Magische taak

Magische taak

Staat ie me?

Of dit mutsje me staat, boeit me niet. Over een paar weken draagt mijn Liefste Vriendin zo’n chemo-mutsje. Mijn Liefste Vriendin die ik mijn leven lang ken. Bij haar ben ik kind aan huis, logeerpartijen over en weer. Zij die, toen we klein waren, me beschermde tegen een pak slaag door er tussen te springen. Omgekeerd trok ik haar klasgenootje zo hard mogelijk aan haar vlechten omdat ze mijn Liefste Vriendin pestte en uitschold voor schele. Mij deed dat ook verdriet. Net zoals het me nu veel verdriet doet dat ze ziek is. Ik hou van haar, met hart en ziel.

Het begon ‘onschuldig’, heftige pijn, darmklachten, obstipatie. Een virus, meende de huisarts. Ze moést verder onderzoek eisen bij de huisarts. En die medisch specialisten in dat ziekenhuis moesten opschieten met dat onderzoek, vond ik. Al snel volgde een ernstiger diagnose. En daarna nog ernstiger. Binnen 3 weken van virus naar chemo. Het bericht komt binnen als een goederentrein die over je heen dendert. Ik wil voor haar koken, boodschappen doen, schoonmaken, wassen. De voor- en achtertuin die aanpakt zou worden, doe ik er ook wel bij.
Vroeg ik haar wat zij wilde? Nee. Ik wil direct mijn schouders eronder zetten. En vergeet daarbij te vragen wat zij wil, of haar man of kinderen.

De schouders heel stevig er onder zetten op plekken waar ‘zwakheid’ is, dat is mijn magische taak die voortkomt uit mijn systeem van herkomst. Gelukkig ben ik me sinds kort bewust van mijn magische taak. Als kind denk je met je magische taak alles te kunnen fixen. Als ik mijn sterke schouders eronder zet, komt het allemaal goed. Ik zou willen dat het zo is en dat ik door mijn sterke schouders eronder te zetten mijn Liefste Vriendin kan genezen. Helaas, het is niet zo. Ik zou nu met mijn magische taak iedereen voor de voeten lopen en haar gezin in disbalans brengen door als een olifant door de porseleinkast rigoureus alle zorgtaken op me te nemen. Daar help ik haar zéker niet mee.

Ik trap bij mezelf op de rem. Mijn helende taak is simpelweg er voor haar zijn, vanuit mijn eigen plek met alle liefde die ik in me heb. Voel ik me machteloos? Ja, heel erg. Ik kan haar niet helpen. Ik ben geen medisch specialist, noch oncologieverpleegkundige, diëtiste, psycholoog of ervaringsdeskundige. Al die mensen doen hun werk. Ben ik bang om haar te verliezen? Hell yes. Heb ik verdriet? Ja, mijn hart huilt heel hard, mijn ogen doen soms stilletjes mee. Maar het is aan mij om met mijn angsten, verdriet, machteloosheid en onrust te dealen. Ik loop veel hard, dat helpt. Dan kan ik er beter voor haar zijn.

En dit mutsje? Omdat zij er een gaat dragen, doe ik met haar mee. Mijn haar heb ik al gekortwiekt. Helpt dit mijn Liefste Vriendin? Nee. Maar mij wel. Ik wil voelen hoe het voelt om een mutsje te dragen terwijl je liever blootshoofds de wind door j haar wilt voelen. Natuurlijk voelt zo’n mutsje anders als je wel haar hebt en niet die pijn en vermoeidheid in je lijf… en de rest van deze nare situatie. Maar zo voel ik me een beetje dichter bij haar.

© 2022 SPIEGELLICHT